-
1 prance
n. het dansen, steigeren; het trots stappen--------v. dansen, steigeren (optillen van voorste benen: paard); trots stappenprance1[ pra:ns] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉————————prance2〈 werkwoord〉2 (vrolijk) springen ⇒ huppelen, dansen♦voorbeelden:2 prance about/around • rondspringen/lopen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский